11 mrt 2020

Verkamering


Verkamering

 

Bijna alle partijen in de raad maken zich zorgen over verkamering, waarbij eengezinswoningen worden opgekocht door investeerders om vervolgens ingedeeld te worden in kleine hokjes en voor veel geld worden verhuurd aan spoedzoekers of expats. Dat kan geen verrijking voor Zaanstad betekenen.


Bij woningsplitsing wordt een woning gesplitst in nieuwe woningen met een eigen voordeur. Verkamering is het verdelen van een woning in ‘kamers’ met een gezamenlijke voordeur en meestal ook gemeenschappelijke voorzieningen. Deze kamers worden vooral gebruikt door studenten, arbeidsmigranten, bewoners met een zorgvraag of mensen met een kleine portemonnee.


Verkamering en splitsing zijn zowel een kans als een bedreiging. Er is woningnood en mensen zoeken oplossingen. Bijvoorbeeld voor jongeren die samen met vrienden op zich zelf willen gaan wonen, of kangoeroewoningen waar ouders en kinderen bij elkaar in een woning komen te wonen. Of waar grote panden ideaal zijn om appartementen in te bouwen. Het belangrijkste doel van de gemeente zou moeten zijn dat er in Zaanstad voldoende kleine woningen worden gebouwd.


Ik vind dat splitsen of verkamering alleen zou moeten mogen als het een verbetering voor de woningvoorraad betekent. Insprekers in de raad van 10 maart gaven aan dat ze geschrokken zijn dat een normale eengezinswoning in een doodnormale straat gesplitst wordt in 9 kamers. En zijn bang dat de leefbaarheid in de buurt omlaag gaat. Terechte zorgen.

Het gaat hier duidelijk over verkamering die negatieve gevolgen heeft voor de leefbaarheid in een buurt of de kwaliteit van de woningen. We zien dat dit door heel het land gebeurd in de grotere steden. Die daar ook oplossingen voor zoeken, maar ook mee worstelen. Men gaat werken met facetbestemmingsplannen zoals  in Arnhem, of te werken met leefbaarheidstoets zoals in Utrecht. Soms gaat men zelfs zo ver dat men een stop zet op te verlenen vergunningen in bepaalde wijken zoals in den Haag.


Het stellen van kwaliteitseisen bij splitsen, woningvormen en omzetten kan ingezet worden om een betere en veiligere woningvoorraad te bereiken. Door bijvoorbeeld het stellen van geluidseisen en het beschikbare woonoppervlak afhankelijk van het aantal kamers, zoals in Amsterdam. Dat betekent dat er vaak aanpassingen door de eigenaar nodig zijn hiervoor medewerking van betrokkenen nodig is. Ook zouden we bepaalde delen van de (middeldure) voorraad kunnen aan merken als schaarse voorraad. Ideëen die we met elkaar moeten onderzoeken, als we ze al niet toepassen.

Daarnaast kan men in het kader van ‘goed verhuurderschap’ onderzoeken (zoals in Eindhoven en Rotterdam) of er excessen op de verhuurmarkt zijn,  en bij handhaving  prioriteit te geven aan toezicht op  kamerverhuurbedrijven of ze de bestaande regels, zoals brandveiligheid, voldoende naleven. Ik vind wel dat deze maatregelen getoetst moeten worden op juridisch houdbaarheid en degelijkheid, gedragen door de bewoners en vooral uitvoerbaar voor de gemeente zijn. Zoals veel partijen dat ook blijven benadrukken, er moeten in de Zaanstad nu eenmaal meer woningen komen.


De gemeente moet klachten, zorgen en overlastmeldingen van haar inwoners altijd serieus nemen. Volgens GroenLinks is het belangrijk dat de gemeente daarom grip houdt op wat er in een buurt gebeurd. Grondslagen hiervoor zijn er legio in wet- en regelgeving. En zijn we daarom benieuwd naar de voorstellen die het college deze maand heeftaangekondigd.

Geen opmerkingen: